BLDNDKTR MediaWatch: sfeer, rubrieken en halvering printoplages
De als ‘bladendokter’ bekend geworden hoofdredacteur en bladenmaker Rob van Vuure is ‘mediawatcher’ in MarketingTribune. Het vakblad heeft hem gevraagd in de nieuwe rubriek Mediawatch opvallende trends en ontwikkelingen in de wereld van on- en offline media te spotten en duiden. Deze keer staat de BLDNDKTR stil bij de sfeer van het blad, belang van rubrieken en de halvering van printoplages.
10
Ik vroeg iets aan de hoofdredactie van het blad Bruid. Er werd geantwoord met: ‘Dank voor uw aanzoek. Ik zal het u toesturen’. Het woord ‘aanzoek’! Typerend, in de contekst van trouwen en trouwdag. Zelfs in de normale mailwisseling en hier en daar zelfs in de ondertiteling, bij ‘de handtekening’ op emails regeert de sfeer van het blad. Een eindredactrice van het blad Happinez zet onder haar handtekening: ‘Spiritueel tot 10 tellen’. De hoofdredactie van Donald Duck laat in zeven talen weten dat het leuk is in Duckstad. Twee voorbeelden. ‘Ik haldt der hjoed a deis mei op. Dan bin ik net hjirre. Mear hjiroer. Oan’t sjiens.’ Of in Sanomataal, Fins: ‘Sydanellisin terveisin!’. En ze hebben gelijk. Gebrúik die ruimte. Het laat bovendien zien dat je dag en nacht en van cover tot ondertekening de formule wil uitdragen. Ik mailde met de redactie van YogaMagazine. De redactrice eindigde met: ‘Veel dank & Namasté’. Ik kende het begrip niet dus zocht op wat mij werd toegewenst of dat ik misschien iets moest doen voor de volgende mail. Namasté betekent ‘Ik buig voor jou’. In India en andere Aziatische landen een hindoeïstisch gebaar van diep respect. Best wel een beetje namasté voor dat soort betrokkenheid.
25.000
Er zijn steeds minder boekhandels, dus zijn er minder schappen met tijdschriften dus is er ruimte voor nieuwe lokaties. Het tijdschrift Wacht ligt in een paar duizend wachtkamers -hoe kwamen we ook al weer op de naam van ons blad? Natuurlijk met veel medisch gerelateerde onderwerpen, je bent in the mood. Mag trouwens nog wel wat meer: een column over wachtkamerwachten, een verhaal over gehorigheid in wachtkamers, de wachtkamer etiquette, iemand die huilt voor laten gaan? De Stichting BlijfVrouw brengt het blad BLIJ uit. Oplage 25.000, boordevol ervaringen van ziekenhuisbezoek. Het is een ‘blij blad’ zoals de titel zegt, gemaakt door hoofdredactrice Hsin-lan Chung ter motivatie van haar opnieuw zieke vriendin. Veel terugblikken en veel wetenswaardigheden. U gaat naar de tandarts en Blij ligt er niet, en ook Wacht laat het afweten? Geen zorgen: in de wachtkamers van de Amsterdamse tandartsen ligt sinds kort een boek van Franca Treur, met 33 ultrakorte verhalen. Literatuur! Titel X&Y. Een uitgave van Prometheus. Geen bundel om mee te nemen, gun een ander ook een minuutje lichte verdoving.
24
Al gauw zegt iemand op de redactie: hebben we niet teveel rubrieken? Typisch een redacteurenvraag. Lezers ervaren veel columns en rubrieken niet als zodanig, het zijn gewoon leuke onderwerpen. Veel rubrieken of weinig rubrieken, de belangrijkste bladenmakershandeling is: op tijd stóppen met rubrieken. Op tijd zeggen: nu is het genoeg geweest, u gaat zich herhalen mevrouw, u heeft teveel stokpaardjes meneer, Jezus al weer over die baby, alweer over die nieuwe liefde, alweer over dat zomerhuis. Op tijd stoppen, maar ook: op tijd niét stoppen. Gewoon doorgaan met AnyBody, natuurlijk. Gewoon doorgaan met Buis&Haard, natuurlijk. Opzij stopte met De Feministische Meetlat, natuurlijk niét.
En: de emotiecirkel moet rond zijn. Alle rubrieken en columns in een blad moeten elkaar aanvullen, leg alle mootjes naast elkaar en je hebt een afwisselende rijk gevulde cirkel. In een en hetzelfde massablad mannen, vrouwen, hetero, homo, blank, gekleurd, oud, jong, oma, zwanger, stad en dorp, in scheiding en fijn getrouwd. Ik werkte bij Libelle (of waar dan ook) en had het blad zo ingedeeld. Maar toen ging de columniste met haar leuke huwelijk opeens scheiden. Allemaal shit en ook nog: hoofdredacteur stopte de column, nóg een scheiding. Want we hadden in het blad al een columniste die in scheiding lag en we hadden al een columniste die na dertig jaar te vaak terugkeek op haar niet verwerkte scheiding. Ik sprak af: zodra je weer leuk samenwoont pakken we de draad weer op. Afspraak nagekomen.
Kampioen rubriekenblad is Onze Taal. Op 36 pagina’s 24 rubrieken (vier-en-twintig!), en dan tel ik de cover niet eens mee. Maar wát een leuk blad, en wát een onderhoudend geheel. Meer dan 24 rubrieken en columnisten die elkaar aanvullen, met als toppunt van genieten de rubriek Ruggespraak, al jarenlang een basisplaats op de achterpagina. In Ruggespraak elke keer een stuk of acht slordig geformuleerde koppen, slecht ambtenarentaalgebruik, hilarische mededelingen. ‘Stop rook in babylongen’ (kop in blad Longwijzer). ‘Volgend seizoen moet lat hoger bij Roda JC’ (kop in Dagblad De Limburger, over dé voetbalclub). ‘Hoofddorp bouwde peperduur honkbalstadion voor niets’ (kop in De Volkskrant). In het blad vier vaste columnisten, o.a. Aaf Brandt Corstius (ja hoor, van Aaf tot Z), deze keer over het woord ‘keimottig’. Ook mooi: een vertaler aan het woord over een vertaalprobleem. In de rubriek Spreekwoordelijk wordt uitgelegd waar de Joost van ‘Joost mag het weten’ vandaan komt. En schrijf je nou geliked of geliket? Pinksteren schrijf je met een hoofdletter, maar pinkstervakantie niet, ook pinksterbloem moet het met een kleine p doen. Vraag: is het Oosteuropees, oost-Europees of Oost-Europees? Vraag: waarom worden Feijenoord-supporters kakkerlakken genoemd?
Het is verleidelijk om alle rubrieken door te nemen. Dus ga ik nog even door. Rubriek ‘De Taal van..’ bijvoorbeeld, deze keer de taal van cabaretière Katinka Polderman. En waarom zijn er veel meer plaatsnamen naar mannen dan naar vrouwen genoemd? Waarom houdt het na Klazienaveen en Julianadorp erg gauw op? Ook daar een glazend plafond, zeker in de tijd dat de plaatsen ontstonden. Weetje: in Frankrijk mag je tegenwoordig maitresse schrijven, in Nederland blijft het maîtresse.
En nu écht stoppen.
Om het af te leren: oók nog drie beeldrubrieken, ook nog een kinderrubriek, ook nog een boekenrubriek. Maar alle rubrieken appeleren aan een andere emotie. En dan kan het gewoon: 24 rubrieken in een dunne Onze Taal. Geweldig, denkt de bladenmaker. De lezer denkt: 24 leuke afwisselende onderwerpen.
6
Je hebt het Veed-festival. Je hebt de Veed-app. Je hebt de Veed-awards, de Veed-day, het Veed Event en Insight Veed. En toen zei iemand van boven de 30, euforisch over het succes van het Festival: er ontbreekt nog iets, hoe heet het ook al weer, o ja, we gaan een Veed-magazine maken. Ogen vol verwondering. Hij legde het uit: papier, nietjes, een cover, een drukkerij en dan in de winkel leggen of sommigen mensen willen het per post. Zoals vroeger bij je grootmoeder de NCRV-gids maar dan anders. Leek iedereen wel geinig, er werd een print-durfal ingeschakeld(FC Klap) en nu ligt het er: Veed-magazine. ‘Dé brug tussen offline en online content’. ‘De tv-gids voor de streaming generation’. Verschijnt zes keer per jaar en nummer twee, straks in juli, is meteen al een geleend old-school printsucces: dubbeldikke zomereditie! Allerlei info over de streaming kanalen YouTube, Snapchat, Instagram, Netflix en Spotify. Fans aan het woord. Achtergronden. Wie moet je beslist volgen?
Na de schoolagenda van YouTube en het boek over blogger Enzo Knol weer een mooi huwelijk van on en off.
Nu nog even een goede cover maken, boys. Ook dat is een old school vak. Merkwaardige coverfoto en de onduidelijkste tekst staat groot. Klein: ‘Behind the scenes bij de Veed Awards’, ‘Download de gratis Veed-app’, ‘Volg dié You Tubers’. Groot: ‘Dit wist je niet van YouTube’ Supergroot: ‘Deze zeven bloggers ken je nog niet, straks kent iedereen ze’. Helaas, de laatste twee ‘grote’ teksten stonden er niet. Er stond zoiets onduidelijks als: ‘De gierige gasten strooien met geld’. Is er al veel Veed-etc, daar kan een old school Veed Magazine Cursus nog wel bij.
1.000.000
Je wilt bij een succes horen. Lékker, als je krant in oplage stijgt. Geweldig, nóg 200.000 anderen bezochten ook die site. Zie je wel, mijn favoriete tijdschrift doet het heel goed, er zijn meer Nederlanders die net zo’n goede smaak hebben.
Draag daarom als merk je successen uit. Voetbalclubs, disco’s, dagbladen, festivals, raketijsjes, vloggers. En tijdschriften. Als er iets te vieren is, viér het. Een stijgende oplage(Vt Wonen), een prestigieuze prijs(Runner’s World), een bezoekersrecord(Libelles Zomerweek). Laat mérken dat je het goed doet, het duurt altijd even voordat klanten en lezers het zelf in de gaten hebben. Het blad Wendy grijpt alles aan. Er werd een jubileum gevierd. Een jubileum? Ja, Wendy bestaat éen jaar! Feest! Er werd een recordoplage gevierd. Record? Ja, Wendy nam de miljoenste Wendy in ontvangst. Miljoen? Niet doodchecken, doet een lezeres ook niet, maar een succesvolle aktie met Etos deed er veel aan. Feest! En in dezelfde week het persbericht dat ‘Wendy wegens succes dóorgaat’. O, waren er twijfels dan? Succes, miljoen, jubileum: zo’n blad, daar wil je bij horen.
650.000
Je weet dat het oorlog is maar toch, van elke bom-inslag schrik je weer. De nieuwe oplagecijfers in een keurige grafiek (bron Piet Bakker) brengen je weer even aan het front. Laten we de cijfers van de vrouwenweekbladen op een rij zetten, elk cijfer schreeuwt: inderdaad, ik ben geen tijdschrift meer, ik ben een merk geworden. In 15 jaar zijn de printoplages gehalveerd, van 1,5 miljoen naar 650.000. Libelle: van 640.000 naar 326.000. Margriet: van 423.000 naar 175.000. Flair: van 103.000 naar 48.000. Viva: van 149.000 naar 37.000. Welke CEO dan ook: ‘We weten het, het is bekend, maar tel de pageviews, tel de unieke bezoekers, tel de festivalbezoekers, yoehoo yoehoo, etc etc, niets aan de hand, meer bereik dan ooit.
Okay, kom op met die keurige online grafieken!