Twee covers, Olympisch

Twee covers
Hoe kom je aan een tijdschrift? Je bent abonnee of je koopt het los in de kiosk. Libelle heeft veel meer abonnees dan losse koopsters, bij veel bladen is het juist andersom. De abonnee krijgt het blad keurig thuis, de losse koper beslist elke keer in de kiosk. De strijd om de abonnee is dus een andere dan de strijd in de kiosk. In dat versierproces speelt de cover een belangrijke rol. En wat is het dus raar dat de brave bankzittende abonnee dezelfde cover voorgeschoteld krijgt als de kioskbezoekster met jengelend kind aan de arm en mijn trein gaat zo. Dus: twee verschillende covers maken. Een losse verkoopcover en een abonneecover. Veel tijdschriften doen dat al door alleen voor de losse verkoop een cover met outsert te regelen. Nu 1 euro! Schreeuwtekst svp. Fluoriserende kleuren! Zet de minst getalenteerde vormgever op deze klus. “Bij het betreden van de boekhandel werd mijn oog getroffen door een verzameling felle scheelmakende kleuren.” De vaste abonnee krijgt het blad die week zonder extra verkoopflap, zij wordt al opgewonden van alleen het logo, een agressieve benadering kan alleen maar irriteren. Twee verschillende covers maken is financieel steeds haalbaarder. Het blad Yes drukt gewoon voor de losse verkoop groot ‘Nu 1 euro’ op de cover, de extra flap is daar bijna ouderwets geworden.   Het Amerikaanse Ladies Home Journal deze maand: Obama en zijn andere running mate, zijn vrouw, groot op de cover. De abonnee-cover is beschaafd, de teksten links, keurig op een rij, fluisterend komt het blad at home. Maar dan de losse verkoop variant: wervend, xe9xe9n grote tekst als eye catcher, veel afwisseling in lettercorpsen, een opvallende cirkel rechtsboven, een uitroepteken, een vraagteken, een getal. Koop mij!   Mis mij niet! Bovendien: rechts een foto-inzetje van een lekkere appeltaart, met scratc&sniff. Krab&ruik. Krab even op het fotootje en je ruikt de ovenverse taart!  Je staat in de winkel en al je zintuigen worden aangesproken.Inderdaad: wat raar, om niet te zeggen sullig dat de beoogde lossekoper in het algemeen nog steeds dezelfde cover ziet als de afwachtende abonnee.

Olympisch
Wat is een mooie carriere voor een Olympisch kampioen? Om te beginnen kom je natuurlijk als jonge sportster op de cover van Tina. Als je ouder wordt op de cover van Cosmo girl. Daarna op de cover van Viva of, als je braaf bent, op de cover van Flair of Vriendin. Vervolgens Esta of Opzij. Niet vreemdgaan want dan komen Story en Privé. Een baby? Daar is Ouders van Nu. Een beetje glamour in je lijf? Esquire, Glossy, Beau Monde. Nóg meer glamour in je lijf? Playboy, FHM. Iets te vertellen? Elsevier, Marie Claire.  Al een tijdje echt beroemd? Gasthoofdredacteur! Nóg ouder en je blijft bekend? Plus, Zin, AvroBode. En tenslotte, ver na je carriere belt het kwartaalblad ‘Over Vroeger’ .Voor covermakers steekt dat allemaal heel nauw, je vergist je snel. Het verschil tussen Elle en Esta is soms het plotselinge bezit van een baby. Iemand kan zomaar ‘uit’ zijn, opeens zijn er nieuwe doelgroephelden. Ik had een afspraak met Ard Schenk, op mijn werk. Ik vroeg de stagiare om Ard bij de receptie op te halen. Maar ik merkte aan haar (20, intelligent, van de wereld) dat ze nog nooit van ene Ard Schenk gehoord had. Schaatser? Olympisch goud? Dus zoiets als Sven Kramer? Twee oudere redactrices gooiden hun ATVdagen om, de volgende keer wilden zxedj naar de receptie. Maar de twintigjarige mompelde alleen maar:’ Ik geloof dat ik vanavond iets aan mijn moeder moet vertellen’  Ja! Ard, nuchter, kende het verschijnsel. Hij zei: “Maar weet je wat wél erg is? Die jonge agentjes van tegenwoordig kennen me ook niet meer. Vroeger kreeg ik nooit een bon. Ze hielden me aan, herkenden me, vroegen een handtekening en wuifden me weg. Nu vraagt zo’n motoragent naar mijn naam en noteert stoicijns: A. Schenk.”