Welke Park?

Iemand spreekt bij een uitvaart en vertelt over de overledene. Maar hij verhaalt niet alleen over het doorzettingsvermogen van de terminale patiënt, de bekende ongelijke strijd, niet alleen over zijn humor en zijn inzet als oppasopa.
Er dreigt een nieuwe, ongemakkelijke trend. In korte tijd al twee keer meegemaakt dat er kanttekeningen bij de geliefde overledene geplaatst worden. Pierre kon stuitend kwaad worden (anekdote als bewijsvoering- verwarring, mag je lachen of niet?), Elsbeth forwarde met opzet e-mails met roddels (ruzie met haar broer nooit meer bijgelegd) en acht jaar geleden, ‘er zijn mensen in deze aula die dat nog wel weten’, reed onze Ed door eigenwijzerigheid en Chardonnay een geleende auto in de prak.
Van de doden niets dan goeds, dat raakt uit.
Park! Op de laatste pagina van dit nummer: ‘Drie nummers voor maar 9,99 euro! Exclusieve aanbieding! Ruim 50% korting’. Glimlach mag. Die drie nummers zullen niet meer komen. De allerlaatste Park, journalistieke glossy, Vanity Fair behind the dykes, ligt nu in de winkel. Dood, maar nog net niet begraven.
Of ik wilde spreken.

Ze was mooi, intelligent en haar vader en moeder waren vol goede bedoelingen. Als je erg je best deed, leerde je haar kennen, raakte je zelfs op het blad gesteld. Want de bedenkers van Park hadden lef, begin er in deze tijd maar eens aan. Alleen met veel uithoudingsvermogen wil er hier en daar wat lukken. We hebben dat gezien met het blad Grazia, ongelooflijke aanloopinvesteringen, bij een kleine uitgeverij zou het niet gelukt zijn. En wat bracht Park veel waar voor het geld! Sommige pagina’s stonden boordevol. Té boordevol. Er zijn mensen in deze aula die het blad Jan zullen kennen, of Vanity Fair wel eens zien, om niet meteen de glossy Linda te noemen. Ruimte! Lucht! Soms was er een geweldige foto maar dan moest er toch nog een lange tekst bij. Er moest ook ‘medegedeeld’ worden. Park wilde veel brengen, kon zich niet inhouden – wat een sympathieke eigenschap eigenlijk. 
Maar Park, voor wie we hier bij elkaar zijn, kon geen knopen doorhakken. Té vol palet. Tijdschriften maken is keuzes maken, anders: ter aarde. Maak Vrij Nederland of maak Story, douw ze niet in dezelfde pot.
Bekijk de laatste cover. Beeld: Georgina Verbaan met immer olijke Marc-Marie Huijbregts. Het wordt niet duidelijk voor de argeloze toeschouwer waarom ze daar staan. Misschien vanwege de onduidelijk covertekst ‘It’s TV Time’? In het blad bij dit onderwerp schitterende fotografie, mooie beeldideeën, glossy waardig. Maar de teksten? Mooi voor de betere omroepgids. Ander coveritem: ‘De wetenschap over vet’. Waarom we dik worden en weer afvallen. Een degelijk artikel dat ook in Quest had kunnen staan, of in het krantenkatern Wetenschap. Dan: ‘Kluun: ik ben verliefd’. Gefeliciteerd, ik lees de rest wel in Story. Maar ook van Kluun geweldige fotografie! (JFK-niveau). In dezelfde Park een serieus verhaal over Medialeugens en over De Kasteelmoord. Kan zo in Esquire of HP / De Tijd. Verderop: schitterende modefotografie (merci Marie Claire), maar ook weer Leco, de poezenmand van Michiel van Erp, een flauwe Brusselmans en Jeroen Krabbé die de nagels van zijn vrouw lakt (Privé). En een paar pagina’s verder een verhaal over de G500 dat zo in elke serieuze krant kan.
Teveel hinken óp. Een lappendeken van formules.
Vandaag nemen we afscheid van Park, een (intelligent, lezenswaardig) tijdschrift met veel mooie fotografie.
Helaas. Maar de waarheid is: vandaag nemen we afscheid van acht tijdschriften tegelijk.