MediaWatch: Formule-1, Leven in Frankrijk en oplagecijfers

De als ‘bladendokter’ bekend geworden hoofdredacteur en bladenmaker Rob van Vuure is ‘mediawatcher’ in MarketingTribune. Het vakblad heeft hem gevraagd in de rubriek Mediawatch opvallende trends en ontwikkelingen in de wereld van on- en offline media te spotten en duiden.

26

Het Canadese nieuwsmagazine Maclean’s deed wat al op veel redacties en in veel kroegen waar ook ter wereld al veel eerder bedacht is. Het blad was eenmalig duurder voor mannen dan voor vrouwen. Functioneel duurder. Je bedenkt zoiets en dan is er altijd een marketingman die het te ingewikkeld vindt, die het te omslachtig vindt, die het rijp voor veel misverstanden vindt, die roept ‘verwarring alom’, en noem nog maar acht bezwaren, of achttien. In Canada heeft iemand doorgedramd. Hulde! Maclean’s wilde het verschil in honorering tussen mannen en vrouwen onder de aandacht brengen. Net als in heel wat andere landen verdienen ook in Canada mannen over het algemeen meer dan vrouwen. Soms krijgen ze 8% tot wel 50% meer loon dan vrouwen in dezelfde functie. Nieuwe cijfers spreken van een gemiddeld verschil van 26% tussen voltijds werkende mannen en vrouwen. Dat moest onder de aandacht gebracht worden. En dat is op deze manier gelukt. De bewuste editie van Maclean’s had twee covers en twee prijzen. De ene cover was gericht op vrouwen en had een prijs van 6,99 Canadese dollar (4,50 euro). De andere cover was er een voor mannen en zij betaalden 8,81 dollar (5,70 euro), oftewel 26% meer. Functioneel duurder voor mannen. Het bedrag dat de vrouwen betaalden was de gebruikelijke prijs voor het blad. Belangrijke toevoeging: de prijzen waren ‘een aanbeveling’. Als mannen geen zin hadden om meer te betalen, hóefde het niet. Al met al was de publiciteit gegenereerd. En natuurlijk krijgt zoiets waar ook ter wereld navolging. Een blad voor oma’s: bewijs dat u oma bent en u betaalt de oma-prijs. Een blad voor zwangere vrouwen: neem de echo mee en u betaalt de speciale prijs. Het blad Trouwen: bewijs hoe dan ook dat er getrouwd gaat worden en.. Voor veel bladen is zoiets te bedenken. Natuurlijk allemaal zeer fraudegevoelig, overal slimmerds die de kluit bedonderen, kom haal even de echo bij je zusje op en noem maar op. Maar daar gaat het niet om. Gespreksstof!

 

21

Af en toe even de vinger aan de pols, als het over printoplages gaat. Het is april maar het blijft herfst, en het blijft niet-wennen. Waar precies zitten we op de helling? MaxMagazine is de enige positieve uitschieter, logisch gezien de doelgroep met hang naar verleden. ‘Papier hier’! Bij Veronica Magazine zien we de jaarlijkse dreun: weer 21% eraf. Nu nog zo’n 270.000 lezers over van wat ooit ruim een miljoen was. De Avrobode had in 1990 een oplage van 600.000, nu 153.000. De VARA-gids ging van 545.000 (1990) naar 174.000 nu. De NCRV gids verspreidde in 1990 500.000 exemplaren, nu nog 148.000.

Het overzicht
Het percentage is het verschil in oplage tussen (Q3) 2016 en (Q3) 2017. Ondertussen zijn we een half jaar verder.

  • Avrobode 153.478 (-9%)
  • KRO Magazine 79.721 (-10%)
  • MaxMagazine 122.238 (+25%)
  • Mikro Gids 223.623 (-10%)
  • NCRV Gids 148.486 (-8%)
  • Televizier 89.769 (-4%)
  • Totaal TV 43.580 (-10%)
  • TrosKompas 209.538 (-10%)
  • TV Krant 78.997 (-12%)
  • TV Film 104.712 (-3%)
  • VARAGids 174.138 (-2%)
  • Veronica Magazine 271.256 (-21%)
  • Visie 87.810 (-7%)
  • VPRO Gids 158.125 (-4%)

En vooruit: ook VARA Gids en TV Film mogen zich winnaar noemen.

 

1

Het blad heet Formule-1 en dus gaat het elke keer over Max Verstappen. De rest is vulling. In nummer-2: ‘Max is goud waard’. ‘Max kan net zo’n icoon worden als Cruijff’. ‘Voor multinationals liggen er met Max gouden kansen’. ‘Max en zijn team hebben oog voor mensen die hem geholpen hebben toen hij onbekend was’. In nummer-3: ‘Hoe staat Max ervoor?’ ‘Nu geldt: nieuwe ronde nieuwe kansen’. ‘Is Red Bull’s RB14 wél goed genoeg voor Max?’ Nummer-8 is er nog lang niet, maar je kunt het invullen. Of hopelijk kun je het niét invullen. Hopelijk zal je elke keer toch weer verrast worden. Cosmopolitan bedenkt elke maand een andere invalshoek voor nóg betere seks of nóg slimmer daten. Panorama pikt elke week iets anders op uit het misdadigerscircuit. Libelle propageert alweer een nieuwe dieetstrategie. En het blad Formule-1 bedenkt elke keer iets nieuws over Max, móet iets nieuws over Max bedenken. Ze houden daar geen gewone ideeënbrainstorm, maar dagelijks de Max-brainstorm. Goed bewaard geheim: het blad heet eigenlijk niet Formule-1. Het blad is na Linda de zoveelste personality-glossy. De Max! Maar als je daarvoor uitkomt, raak je acuut in een slip van rechten en belangen en meninkjes van onverwachte bemoeiallertjes. Bovendien hebben we al ómroep Max-magazine, in alles het tegenovergestelde van Max V. Dus we spreken af: gewoon Formule-1 blijven zeggen. Met Max als blikvanger, het gezicht van Max is eigenlijk het logo. Gaat het goed met het blad en hoe ziet de toekomst van tijdschrift Formule-1 eruit? Middenin het blad wordt het antwoord gegeven. Iemand zegt: ‘Nederland kijkt nu op tv naar Formule-1. Maar als Max uitvalt, zet iedereen zijn toestel uit’. Vertaling: ‘Nederland leest nu het blad Formule-1. Maar als Max uitvalt…’

 

20

Het viel op dus ging ik tellen. Maarten. Eva. Bert. Gabi. Alice. Hendrik. Casper. Cathelijne. Lidewij. Renée. Remke. Stefan. Jos. Joyce. Anja. Joris. Marc. Hein. Steven. Hans. Twintig voornamen van twintig mannen en vrouwen die voor de glossy ‘Leven in Frankrijk’ schrijven. Namen die niet erg Frans aandoen. In ‘Leven in Frankrijk’ geen vlakke reportages, geen keurige beschouwingen maar bijna alles met een persoonlijke touch, en dan ook nog de touch van een Hollander die al dertig jaar in Frankrijk woont of van een Lisette uit Zwolle die al dertig keer in de Provence is geweest. Als God in Frankrijk en vul maar God maar Maarten in, of Eva. Zo iemand kent je Hollandse referenties, je oorspronkelijke boerenkoolsmaak, je gewoontes. Kort door de bocht: uit de mond van een vintage Hollander neem je het als Hollander eerder aan, voel je je meer begrepen. In het laatste nummer start, geheel in lijn, de rubriek ‘La France & moi’, met een Nederlander die geen taalblunders meer maakt. Hoofdredactrice Cathelijne van Vliet (ondertussen door en door Frans) kan er zelf over meepraten. In haar voorwoord: ‘Wat heb ik veel taalblunders gemaakt, de eerste tijd dat ik in Frankrijk woonde. Zo vroeg ik een verlegen chambres d’hôtes-eigenaar van een jaar of dertig die bijna helemaal kaal was: Mais où sont vos cheveux? (maar waar zijn uw haren?)omdat ik wist dat hij paarden had (chevaux). Snel zei ik toen maar heel beleefd dat ik niet kon wachten om zijn culotte (onderbroek) te zien, terwijl ik de roulotte (woonwagen) bedoelde waar ik zou overnachten’.

 

65

Soms hoef je niet zelf iets te bedenken. Of te schrijven. Of te combineren. Of aan te vullen. Soms lees je iets en denk je: het is lente, vooruit, even niet je scepsis toelaten, even niet meteen glimlachend fronsen, even niet in je lege kamer hard roepen: daar gáan we weer! Je leest ‘er wordt iets verwacht’, ‘we denken dat’, ‘we zijn hoopvol’. Vooruit, het is lente en je neemt gewoon het persbericht van Digiday een keer integraal over. ‘The New Yorker denkt het aantal abonnees binnen vijf jaar te verdubbelen. Als een van de weinigen moet The New Yorker het wat betreft inkomsten vooral van abonnees hebben. Ondanks een forse prijsstijging stijgt het aantal abonnees nog steeds, en komt inmiddels 65% van de omzet uit inkomsten van lezers. Die groei in het aantal abonnees is juist weer interessant voor adverteerders, merkt moederbedrijf Condé Nast. De positieve cijfers stemmen hoopvol-zo hoopvol dat het magazine verwacht het aantal betalende abonnees in 2023 te hebben verdubbeld. Dat willen ze vooral bereiken door nieuwe markten aan te boren met een specifieke interesse(data lieten bijvoorbeeld zien dat lezers de artikelen over politiek en cultuur vooral waarderen), maar ook door zich te richten op andere Engelstalige landen’.