Team
Team
Wat een lekker woord: kutkakkerlakken. Kkkkkk. Ajacied Vertonghen zei heten dat mag niet, even zijn mediatrainer vergeten. Een voetballer traint, endaar wordt hij beter van. Daarom wekt het woord ‘mediatraining’ verkeerdeverwachtingen. Mediatraining maakt van voetballers mompelende poppen op noppen. Plotselinge topspelers (Siem de Jong) zijn een weekje naturel, daarnaverpolderen ze. Ruiz (FC Twente) maakte een geweldige hattrick, éen goal zelfs na een solo. In het tv-gesprekje zei hij: ‘Ach ja, het team he, we hebben eengeweldig team.’ Thuiszittend op de bank gooide ik mijn bord van schoot om hemte overscheeuwen: Bryan, zeg Egbers de waarheid! Je was top! Zeg dat je hetzelf ook een mooi doelpunt vond! Maar nee, hij kreeg de ballen van het team, hetcollectief werkte hard en de tulpen in Nederland zijn mooi. Mediatrainers makenvan elke ik een wij.
Dus: lang leve de kutkakkerlakkerij! Beste mediatrainers: geef jullie topvoetballers een keer les in opvallende woorden (als het niet anders kan zonder kut & kak) of verzin van te voren een ‘spontaan’ commentaar. Oefen hettv-gesprekje alsof het een vrije trap is. De meeste journalisten vragen weet jevan te voren (ook veel journalisten zouden op mediatraining moeten), dus je kunt de quote van de week instuderen. Huur een copywriter in, of een covertekstenmaker. Een voorbeeld van ver voor de trainingen. Van Hanegem werd geïnterviewd na een beslissend doelpunt. ‘Wat dacht je Willem, toen je die kanskreeg?’, vroeg de journalist. Van Hanegem zei:’Ik dacht, zal ik hem er meteen inschieten of zal ik nog even wachten?’
Now
Af en toe slaat The Economist toe. Een paar weken geleden werd, bij de introductie van de iPad, Apples topman Steve Jobs neergezet als Heilige Job, de iPad in zijn hand. Grote covertekst: The Book of Jobs. Deze week een geweldigeaangeklede woordspeling. Een vaag Vietnamees landschap, een stuk of achtlaagvliegende helikopters komen dreigend op je af. Hét beeld van Apocalypse Now (1979), de dramatische film over het echec van de Vietnamoorlog. Je hoort de heli’s ronken en je hoort de filmmuziek. The Economist bracht verleden week eengroot verhaal over de ernstige Griekse financiële crisis. Op de cover, netonder de acht dreigende heli’s, een witte Griekse tempel. Angela Merkel in een hoekje en groot de covertekst: Acropolis Now.
AnyBody
Achteraf praten is makkelijk: de Viva-rubriek AnyBody is een succesrubriek. Maar vooraf? Toen de nieuwe rubriek zes weken oud was, twintig jaar geleden, kwam ze slecht uit het lezersonderzoek. O jee, náakt! Het politiek correcte antwoord was: nee, daar kijken wij niet naar. Terwijl men er graag naar keek. (Moet je kijken, dít is nog eens cellulitis! Tss, heeft hij echt zo’n pinkeltje? Zij heeft ook een paardenzadel). Van de rubriek AnyBody, deze week de duizendste aflevering, gaat een geweldige troost uit. Kijk maar, niemand is perfect. De eerste tien weken AnyBody waren fotomodellen, na een oproep was het de beurt aan doorsnee Nederland: dik, dun, puddingbuik, kunstbeen, berendijen. Ook stellen in allerlei samenstellingen: klein mannetje met giraffevrouw, homo’s, lesbo’s, trio’s, geopereerd, misvormd, you name it. Want naast troost is trots het woord voor AnyBody. Ik zie er zó uit, so what? Kijk maar goed naar me, ik heb inderdaad sprieten van benen.
Na de eerste oproep meldde zich iemand die toevallig bij mij in de straat woonde. En nog woont. Ze kwam in AnyBody, naakt, frontaal, met een strijdbaar zwaard als tattoo dwars door haar schaamhaar. Ze kent mij niet, weet niet wat ik deed en doe. Maar ik kan niet nalaten bij het straatfeest een praatje met haar te maken.