Liny, Vorm

Liny
De leesportefeuille! Voor een habbekrats krijg je een stuk of acht belegen tijdschriften; tijdschriften die dus eerst in acht andere gezinnen zijn geweest, dxe9 manier om Mexicaanse griep te krijgen. Het fenomeen leesportefeuille is typisch Hollands, maar op zijn retour. We hebben steeds minder tijd en er zijn al zoveel aanbiedingen. De moderne leesportefeuillevariant heet: pakket! Twee bladen bij elkaar, drie bladen, zxe9ven bladen soms. Het succesvolste pakket is Liny’s Leespakket. De bladen Vriendin, Primo, Weekend en Puzzelmix in plastic bij elkaar voor een Hollands prijsje. Elke week worden zo’n 60.000 Liny’s verkocht, dus ook 60.000 Primo’s. De ‘uitvinding’ pakket is in 2009 de reddingsboei van menig blad. Trouwens… Liny? Liny is de naam van de vrouw van de uitgever/bedenker. Terwijl ik wel eens 5000 euro heb uitgegeven voor een naambrainstorm.

Vorm
Het blad BMWmagazine, all over the world, interviewde Nick Heidfield. Maar eerst even, ik doe maar een greep, Daphne Deckers en Arie Boomsma. Sommige Bekende Nederlanders zijn zxf3 vaak gexefnterviewd dat je ze eigenlijk niet meer durft te bellen, of alleen met de smoes dat je stagiaire bent, of alleen met de boodschap dat het voor een goed doel is. De ziekte K tarten zal u opbreken! Hoe dan ook, je haalt iemand over, maar dan? Dan bedenk je een vorm. Op het zoveelste vraag/antwoord-interviewtje zit in 2009 niemand meer te wachten (Of er moet xe9cht nieuws zijn). Ga in de kiosk staan en tel, vechtend tegen moedeloosheid, het aantal interviews: nergens ter wereld zie je zoveel Bekende Nederlanders bij elkaar. Maar op deze kwantiteit is iets gevonden. Kwaliteit! Zou ik ook zeggen. Maar vooral: invalshoek. Vorm. Niet het zoveelste gewone interview, maar met Daphne Deckers terug naar de emotioneelste plekken van haar leven (doorbraak, ontmoeting Richard, ziekenhuis). Het blad Viva huurde Tatem Dagelet in en zij maakte de serie ‘In bed met…’ Natuurlijk lag Tatum niet in bed met, alleen even voor de foto, maar de setting peperde elke vraag. Ik maakte een keer het boekje ‘In bad met Katja’, 100 interviewvormen. Naar een specifieke locatie dus, voor het interview. Naar bed, naar bad, naar Burundi. Of: een bijzonder duo-gesprek organiseren. (Overal gedaan, deze maand in LINDA.: Carice van Houten/Robert Vuijsje. Hoe een obligaat gesprekje gaat glimmen.) Nou ja, tel maar door tot honderd. Dagblad Trouw interviewt al jaren aan de hand van de Tien Geboden. Hét liedje van Ramses Shaffy, ‘Zing, vecht, huil, bid etc’ was jarenlang de invalshoek voor een interviewserie. Afgeronde interviewpassages over zingen, over huilen, over vechten. Het werd uiteindelijk voorspelbaar. De Bekende Nederlander dacht: o, morgen krijg ik de huilvraag, let op morgen komt het zesde gebod.
Is er ondertussen nog een nieuwe interviewvorm te vinden? Ja! Voor idee 101 moeten we naar BMWmagazine, prachtig vormgegeven tijdschrift, de ‘BMW onder de relatiebladen’.  Formule 1 coureur Nick Heidfield werd geïnterviewd, voor de zoveelste keer, maar boven het verhaal stond nu: ‘No need to say a word, mr Heidfield‘. Nick zei ook niets, hij beantwoordde elke vraag met lichaamstaal. Gapen, knipoog, afwerende handen, duim omhoog, schaterlachen. De vragen waren zo informatief geformuleerd dat een simpel gebaar genoeg was. Geweldig. En natuurlijk ook de vraag over Formule 1 groupies (schuchtere middelvinger).