Periferie

Periferie
Het tijdschrift De Kleine Aarde (ecologisch, duurzaamheid, composttoilet) is wat inhoud betreft helemaal van nu. Is dat een verdienste? Nee, het is vanzelf gegaan. De Kleine Aarde is in alle jaren van zijn bestaan nauwelijks veranderd, de tijdgeest wél, Al Gore heeft het gedachtegoed versneld up to date gemaakt. Twintig jaar geleden was het tijdschrift zijn tijd twintig jaar vooruit.
Ik was er ooit om over het blad te praten. Het begon meteen al vervreemdend. Ik vroeg om een routebeschrijving, het is ergens bij Boxtel. De beschrijving eindigde met: ‘Huurfiets verkrijgbaar bij station Boxtel’. En het afgesproken honorarium, de aansluitende 100% ecologische maaltijd! Notenjam, zevenbladpesto en andere biodiversiteit. Maar ja, ik was al schofferend met een grote Peugeot aan komen rijden, dus tijdens het eten gaf ik geen krimp – bovendien maakt sympathie rauwe bonen zoet. Naast mij aan tafel zat een aardige tekstredactrice. Halverwege de avond vroeg ik haar: ‘Heb je wel eens gezondigd – op dit gebied?’ Ze keek schichtig om zich heen en zei zacht: “Ja, verleden jaar Kerstmis. Toen at ik een paprika”. Pas toen ze me duidelijk maakte dat dat een niet-seizoensgebonden handeling was, de paprika was door aardgas rood geworden, begreep ik haar. Ik zei meteen: ‘Mooi rubriekje voor jullie blad. Eén kolom. Naam: Eén keer’.
Maar dat haalde het niet.
Toch is dat precies wat je van het tijdschrift De Kleine Aarde kunt zeggen. Een tijdschrift moet ook voor mensen net buiten de eigen parochie, de strikt geformuleerde doelgroep, aantrekkelijk zijn. Noem jezelf anders meteen clubblad. Op de cover van dit herfstnummer de woorden: klimaatneutraal, klimaattop, stinsenplanten, visies en drie (3!) keer het woord duurzaam. Clubblad! En in het blad: alles seizoensgebonden verantwoord, geen enkele opvallende tijdschrifteninvalshoek. Terwijl duurzaamheid niet saai hoeft te zijn. Zo’n ecologische maaltijd smaakt dan wel niet, fotogeniek is het allemaal wel. Je kunt vinden wat je wilt van een broodje notenjam, close gefotografeerd over een hele pagina smaakt het elke bladenmaker. Of, in juni, seizoensgebonden, een dubbele pagina aardbeien. Niets van dat alles. Een simpele manier om je parochie wat te kietelen is de periferierubriek. Een rubriekje dat tegen de formule aanschurkt. Elk goed gemaakt blad heeft ze. In het dieetblad een rubriekje over lekkere dikmakers. In Cosmopolitan een rubriekje over het een keer niét doen. In de nieuw te verschijnen Joling een Toppers-quote van Gordon. In De Kleine Aarde het rubriekje ‘Eén keer’. Een klein vloekje in de parochie maakt de parochie toegankelijker.